maxima-kroon.tif

Spijbel af en toe van uw bestaan

Ingmar Heytze (1970)

Dichter en schrijver

Uwe Koninklijke Hoogheid, Prinses Máxima,

Alvast van harte gefeliciteerd met uw veertigste verjaardag!

In verband met die verjaardag is mij gevraagd u van advies te dienen. Het advies van een dichter aan een prinses, dat kan nooit veel voorstellen. Het lijkt me trouwens – wat weten dichters van de wereld? – voor iedereen een wonderlijk verjaarscadeau, hooguit geschikt voor iemand die alles al heeft, zoals u.

Een advies dus. Ik moet bekennen dat ik zo vlug niet zou weten waarover. Lees eens een dichtbundel van een van uw onderdanen, zou ik kunnen zeggen, want er zijn veel geweldige Nederlandse dichters, maar dat is geen advies: het is een stokpaardje. Desgewenst heb ik u binnen een halfuur uitgelegd wat een toekomstig staatshoofd minimaal aan hedendaagse Nederlandse poëzie zou moeten kennen, maar dat is dan slechts mijn mening.

Bovendien realiseer ik me wat een halfuur in uw agenda betekent. Twee staatshoofden, drie basisscholen, vier toespraken, vijf lintjes. Het lezen van deze woorden, als u ze ooit leest, weerhoudt u per definitie van nuttiger werk voor onze samenleving. Dat wil zeggen, meetbaar nuttiger werk. Want als ergens de meerwaarde van een gedicht ligt, dan is het hierin; door het lezen van een werkelijk goed gedicht kan men in één minuut een heel nieuw heelal doorschouwen. Ik weet niet of u poëzie leest – u glimlacht veel en u kwam ter wereld in het land van Borges en Juarroz, dus dat kan eigenlijk niet anders – maar als u het niet doet, kan ik er niet mee zitten. U bént een gedicht.

Meningen en stokpaardjes. Ik vermoed dat bijna alle adviezen die u ongevraagd ontvangt, daar op neerkomen. U moet zich al zo lang verhouden tot een wereld waarin iedereen van alles van u wil, dat ik geen moment de illusie koester dat ik over wijsheid beschik die u niet bezit, laat staan dat ik u ergens toe kan aanzetten. In plaats van ongevraagde adviezen bied ik u daarom liever iets anders aan.

Wat een mens ook doet in het leven, men moet er af en toe van kunnen spijbelen. Dat is, onder ons, mijn ongevraagde advies: spijbel en kom naar Utrecht. Wacht tot het weerbericht een mooie zomeravond voorspelt, meld u in de namiddag vast ziek, stap in een geblindeerde auto en rijd naar Utrecht. Ik wacht op u in een originele Venetiaanse gondel die groot genoeg is voor ons allemaal: u, de lijfwachten, de gondelier en ik, en een grote rieten mand met een paar verrukkelijke wijnen uit uw vaderland.

Laten wij, al is het maar één keer, samen spijbelen van ons bestaan, desnoods maar voor een halfuur – de Prinses der Nederlanden en een dichter, voor één kort moment drijvend in het midden van hun leven, in de tijd, door een van de mooiste en oudste steden van dit land. We kunnen spreken, zwijgen, zingen, lachen, we kunnen zwaaien naar passanten – juist omdat u het bent, zal niemand geloven dat ú het bent die anoniem en onaangekondigd door de grachten dobbert – en ten slotte naar het werelderfgoed van de middeleeuwse werven staren.

Als u wilt, zal ik u vertellen over Utrecht, mijn stad tussen werven, water, steen en carillons. En als ik u die avond één gedicht voorlees, onder sterren die niet flonkeren maar stralen, is het dit:

utrecht 2001

Utrecht is een grijze dame met een opgebroken hart.

Utrecht is een toverstad waar baksteen groeit tot kathedralen.

Utrecht is een pleisterplaats voor magistraten, zenuwlijders,

zakkenwassers, zakkenvullers, dromers en vandalen.

Utrecht is een knekelveld van oude sarcofagen.

Utrecht is geheime tuinen, binnenplaatsen vol seringen,

singels waar nog vogels zingen – Utrecht is de Zwaansteeg

met de zon er schuin doorheen. Utrecht is van licht en steen.

Utrecht is een stad waar je niet weg kunt en niet blijven

om er stijlvol te vergrijzen tussen kroegen, kerken en paleizen,

aan vertwijfeling ten prooi. Utrecht is een gouden kooi.

Utrecht is een plek aan de rivier waar ooit drie schepen landden,

lang begraven werkershanden palen sloegen, stenen sjouwden,

huizen bouwden, vuren brandden.

Met een brede armzwaai van uw trouwe onderdaan en spijbelgenoot,

Ingmar Heytze